Wij knetteren dat ding naar Beijing

Gisterenmiddag zijn we aangekomen in Ulaanbataar, hoofdstad van Mongolië, het land wat we na het Pamir als tweede hoogtepunt van onze reis zagen. Een aanname die terecht bleek, want wat is Mongolië een schitterend land! Ongerepte natuur, het hele land is een grote kampeerplaats en we kregen een welkom met vuurwerk in de hoofdstad (hoewel er ook verhalen gaan dat het vuurwerk was ter ere van een of andere nationale feestdag). Daarbij is rijden in Mongolië uitdagend en gaaf. In totaal hebben we ongeveer 700 kilometer onverhard gereden waarbij de ondergrond wisselde van een grindpad tot mul zand en allerlei variaties hierop.

Tot onze spijt hebben we ook moeten constateren dat Mongolen een stuk minder aardig zijn dan de bevolking in de landen die we hiervoor hebben aangedaan. Vooral in het westen van het land probeerden ze je maar wat graag geld afhandig te maken en in het hele land vinden ze het de normaalste zaak van de wereld op je af te komen, niets te zeggen, aan je spullen te zitten, wat te wijzen en weer te vertrekken. Rare gewoonte. Kazachen daarentegen vinden we geniaal. Dit is definitief geworden sinds een winkelbediende in Almaty ons in alle onschuld vroeg of wij misschien “sportsmen” waren. Een erg accurate beschrijving vonden we zelf. Ook maakten we in Taldiqorgan mee dat een serveerster eerst aan ons kwam vragen waar we vandaan kwamen en we een paar minuten later ineens Guus Meeuwis hoorden op het terras waar we zaten! Omgekeerd blijken Kazachen ons ook geniaal te vinden; bij een willekeurige stop in Shemonaikha (vlak bij de Russische grens) werden we geïnterviewd door de lokale krant. Dit interview ging wat ongemakkelijk via een telefoon waarmee iemand was gebeld die wel Engels sprak, maar niettemin is er een mooi verhaal over ons opgetekend. Helaas wachten we nog steeds op de email met een kopie van de krant…

Een aantal keren deze reis hebben we al gedacht niet meer verder verbaasd te kunnen raken over rariteiten in alle gekke landen die we doorreizen, het is Mongolië toch weer gelukt (door onszelf onzin-land of Onzinië gedoopt, bevolkt door onzinniërs, te doorkruisen op onzin-wegen, waar wordt gesproken in het onzins en men betaalt in onzin-valuta). Het raarste in dit land is hoe absurd vaak we een Toyota Prius zien rijden. Volgens officiële cijfers blijkt 13% van het aantal auto’s in Onzinië een Prius te zijn, en wij hebben het idee dat het meerendeel daarvan in het oosten van het land rijdt, waar de wegen beter zijn. Het schijnt dat de overheid de aanschaf van hybride auto’s stimuleert en daarom worden alle in Japan afgedankte Priussen hier geïmporteerd. Elke keer weer als we een Prius over een onzin-weg zagen stuiteren, ploegen of schrapen konden we ons lachen niet inhouden.

Verder zien we in Mongolië ook erg veel Chinese brommers rondrijden, vaak gedecoreerd met kleedjes, en ook deze brommers knallen over de onverharde wegen heen, waarbij bestuurders bij voorkeur geen helm dragen of een helm zoals wij die kennen van bouwplaatsen. Op een gegeven moment werden we ingehaald door zo’n brommertje met daarop een man en tussen hemzelf en de tank van de brommer een klein meisje geklemd, beiden zonder helm. Net nadat wij ingehaald waren zagen we de man onderuit schuiven met zijn brommer en toen wij afgestapt waren en de man geholpen hadden de brommer weer overeind te zetten merkten we dat hij zo dronken als een tor was… Nog een tijdje reden we ongeveer gelijk op met hem over de weg en toen we een tijdje later stopten voor een foto kwam de dronken dwaas ook weer aangeslingerd. Hij probeerde net voor ons te stoppen maar verloor daarbij zij evenwicht en liet de brommer, inclusief het kleine meisje, op de grond vallen. We hadden de man graag wat aan willen doen maar stonden machteloos…

In Mongolië hadden we ook onze eerste lekke band. We wisten dat het er een keer van zou moeten komen, maar de timing kon niet veel beroerder; het regende en Marco en Gerwin waren ziek na iets verkeerds gegeten of gedronken te hebben. Eigenlijk ging het wisselen van de binnenband relatief eenvoudig en het plakken van de lekke binnenband werd gratis voor ons gedaan door een Mongool bij het Mongol Rally Service Station. Toch nog aardige mensen in dit land.

Dit was bij lange na niet de grootste ellende die we meemaakten met de motoren. Al vanaf Almaty waren er problemen met de motor van Marco. Benzine in het luchtfilterhuis, flink knetteren uit de uitlaat, slecht lopen bij lage toeren/snelheden en geregeld een verzopen motorblok deden ons denken aan een probleem met het afsluiten van de benzinetoevoer in de carburateur. Deze diagnose werd bevestigd door monteurs in Nederland die we het probleem voorlegden. De volgende stap was een Kazach vinden die ons kon helpen. Motorwerkplaatsen en onderdelen bestaan zo goed als niet, dus dit was een uitdaging. Na een onsuccesvol bezoek van een werkplaats in Taldiqorgan kwamen we bij een benzinestation een geniaal Canadees stel tegen, bij wie we in huis genomen werden, die bier voor ons haalden en ons een lokaal spelletje met enkelbotjes van schapen leerden. De volgende ochtend regelden ze een andere monteur voor ons en werden de vlotternaalden vervangen; ook dat mocht niet baten. In Semey hebben we zo goed en kwaad als het ging de hulzen van de vlotternaalden gepolijst, nadat we dat ook al een aantal keren aan de kant van de weg hadden geprobeerd. Een van deze keren met hulp van de tourleider van een groep fietsers, wederom een Canadees, die thuis hobby-sleutelaar aan motoren bleek en ons wilde helpen.

Dit alles had echter niet het gewenste resultaat en het rijden met de motor was nauwelijks nog te doen; verplicht hoge toeren moeten draaien, snelheid hoog houden en regelmatig aanduwen om de motor lopend te krijgen. In Semey stonden we voor de keuze om nog een dag te gaan sleutelen met als gevolg dat ons Russisch visum zou verlopen en we de reis niet zouden kunnen afmaken of zo goed en kwaad als het zou gaan toch door Rusland rijden en in Mongolië verder diagnostiseren met als mogelijkheid een truck te zoeken om de motor naar Ulaanbataar te brengen; de offroad-stukken zouden met deze motor niet mogelijk zijn. We kozen voor het laatste en zijn eenmaal in Mongolië aangekomen verder gaan sleutelen, dit keer met een andere aanpak. We zijn onderdelen tussen de motor van Bram en Marco gaan uitwisselen om zo het probleem naar boven te halen omdat we inmiddels begonnen te twijfelen of de carburateur wel het probleem was. Hierdoor hebben we weten te achterhalen dat het probleem bij het in Kirgizië vernieuwde luchtfilter van Marco moest liggen en toen we dit hadden vervangen door een oude sok bleek het probleem inderdaad opgelost. We hebben het luchtfilter goed schoongemaakt, ingevet en teruggeplaatst en het ongrijpbare probleem heeft zich niet meer voorgedaan. Begrijpen doen we het niet, er van genieten wel!

Wij gaan op zoek naar een goed terras voor onze lang geplande sigaar in Ulaanbataar!