Sinds het schrijven van ons vorige blog hebben we alweer ruim 2800 kilometer gereden (ruim 4000km in totaal) en zijn we aangekomen in Batumi in Georgië. In de hoogtijdagen van de Sovjet Unie het Renesse voor de communistische jongeren, maar heden ten dage een ietwat verlopen badplaats. Het slechte weer doet de indruk van dit stadje trouwens ook geen goed. Er wordt wel weer stevig gebouwd, dus wie weet wordt het in de toekomst nog wat hier.
Nadat de wegen in Oostenrijk weer sneeuwvrij waren en we het “kijk-uit-je-standaard-staat-nog-uitgeklapt-veiligheidsmechanisme” van Brams motor hadden omzeild omdat het kapot was waren we in staat onze reis richting Slovenië te vervolgen. Onze geplande stop in Ljubljana hebben we overgeslagen en in plaats daarvan besloten we door te rijden naar Kroatië, alwaar we een onderkomen hadden geboekt in Novska. In Novska is welgeteld één restaurant. Daar hebben we gegeten en voor het eerst deed de rekening een kleine glimlach op ons gezicht verschijnen. Dat was al de tweede meevaller in Novska. Op weg naar het restaurant moesten we een spoorweg oversteken. Net toen we aan kwamen lopen begonnen de spoorbomen te dalen. Bram en Marco besloten te wachten, Gerwin besloot met een kleine sprint de overkant te halen. Toen de spoorbomen weer omhoog stonden en we gezamenlijk onze weg vervolgden kwam een agent die stond te posten naar ons toe en stelde de retorische vraag “do you know what you did?”. Ontkennen van de overtreding bleek niet te werken en het feit dat we alledrie een halve liter pils vasthielden maakte de agent niet vergevingsgezinder. Toen twee van ons ook geen identificatiedocument op zak bleken te hebben stelde de agent voor dan maar naar het bureau te gaan. Gelukkig kregen we de man zover dat we terug mochten lopen naar ons onderkomen om de benodigde documenten op te halen. Toen we die hadden vertelde de agent dat oversteken bij roodknipperende lichten 500 kuna (66 EUR) moest kosten of 250 bij direct betalen. Toen we vertelden geen contanten op zak te hebben en na diepe boetedoening kwamen we er toch met een waarschuwing vanaf. Principeloze wetshandhaver!
De volgende dag reden we door naar Belgrado. Hier hadden we afgesproken met Ivan de windschermman. Een verdraaid handige Serviër die een windscherm op maat maakte voor Bram voor weinig. Toen we er toch waren heeft ie ook voor Gerwin nog een kleine verhoging op het bestaande ruitje gemaakt. Hier is de beste man wel een paar uur mee bezig geweest en na gedane arbeid had iedereen zin in bier. Daarom besloten we Ivan uit te nodigen ons Belgrado te laten zien. Zijn alternatief was met zijn vrouw en kinderen naar de bioscoop te gaan en dus koos Ivan ervoor ons rond te rijden door Belgrado. Het lokale Servische eten bleek erg lekker, maar de Ivans kennis van het lokale uitgaansleven bleek iets roestiger dan ook hijzelf had verwacht. Gelukkig vonden we na lang zoeken een rockboat. We hebben wel heel Belgrado gezien.
Hierna gingen we door naar Bulgarije. Toen twee campings nog niet open bleken (nu al kamperen zou slecht zijn voor het gras), besloten we twee huisjes te huren op een vakantiepark. Zelden zagen we zoiets karigs en smerigs. Om degenen die ons dit lieten ondergaan terug te pakken besloten we een thermometer te stelen en snel door te rijden naar Istanboel. Ook hier was het weer slecht. Hoogtepunt van ons verblijf was een uitermate vermoeiend rondje hardlopen door de stad, aangemoedigd door uitzinnige Turken op terrassen die ook niet wisten wat ze nou weer meemaakten.
De dagen na Istanboel stonden vooral in het teken van uit de regen komen. Helaas is dat nog altijd niet gelukt. We hebben in Turkije wel voor het eerst kunnen wildkamperen, maar werden nog altijd getrakteerd op een paar heftige buien ’s nachts. De tenten blijken hier tegen bestand, dat dan weer wel. Komende dagen gaan onze pogingen mooi weer te vinden verder. Tot onze grote spijt besloten we ook eens te kijken wat voor weer het in Nederland is… Onze pogingen worden helaas nog wat vertraagd. We hadden wel verwacht wat vertraging op te lopen doordat een van de motoren stuk zou gaan, maar in plaats daarvan is Marco stuk gegaan. Geveld door een griepje. We blijven dus nog even in Batumi. We noemen geen namen, maar wie is er kaarsjes voor ons aan het branden…?